Huisduif

Huisduiven zijn meestal (verwilderde) in de tweede wereldoorlog losgelaten postduiven en/of niet op hun hok terugkerende wedvluchtduiven. Algemeen voorkomend in bewoonde gebieden.

De verwilderde huisduif heeft vele variaties in tekening en kleur. Ze eten voornamelijk zaden, jonge scheuten van planten en struiken en tafelafval, zoals brood en aardappelen. Een huisduivenpaar blijft bij elkaar tot de dood hen scheidt. Ze nestelen zich op dakranden, vensterbanken, zolders, balkons e.d. Circa 10 keer per jaar leggen ze 2 eieren.

Schade

  • Door de uitwerpselen (circa 14 kg per jaar) worden gevels verontreinigd en beschadigd
  • De nesten kunnen dakgoten en afvoerpijpen verstoppen
  • Dragers van parasieten, mijten, teken, vlooien en diverse soorten luizen
  • Stank en geluidsoverlast
  • De nesten herbergen vaak motten, vliegen, mijten en stofluizen, die woningen kunnen binnendringen
  • Overbrengen van ziekten

Wering – preventie

  • Nestelen onmogelijk maken met gaas, gaashorren of netten
  • Wegvangen met behulp van vangkooien
  • De rijksdienst voor monumentenzorg geeft voor bepaalde duifwerende maatregelen subsidie
  • Rustplaatsen ontoegankelijk maken met piramiden, roestvrijstalen naalden of schrikdraad

 

Ongediertebestrijding Assen; Beestachtig goed!